Carnet du Bon Samaritain

Maison de cure Dr Demade Haeltert

Behandelingsboekje uit 1910 van Dr Pol Demade.
Maison the cure (Nu WZC Sint-Anna)

Dokter Pol DEMADE (1863-1936)
Vermaard geneesheer Journalist-publicist en… verdediger van Priester Daens.
Het rustoord St.-Anna in de Stationsstraat, in het begin van de eeuw gekend als “Maison de cure du Dr Demade”, in de volksmond nog steeds genoemd “de made”, werd opgericht omstreeks 1900 door de Brusselse geneesheer Pol Demade.
Weinig Haaltenaren waren op de hoogte van de nevenaktiviteiten van de dokter.
Hij was niet alleen een zeer gewaardeerd geneesheer (zenuwziekten) doch ook bekwaam journalist en publicist van verscheidene artikels. Een tiental boeken verschenen bij diverse uitgevers. Pol Demade werd geboren te Komen in 1863 uit Franse vader en Vlaamse moeder met het gekende gevolg . Thuis werd alleen Frans gesproken en de jonge Demade bleef ééntalig Frans.
Om hem toch eigen te maken met de Vlaamse aard, stuurden zijn ouders hem naar het Klein Seminarie te Roeselare, de broedschool van het flamingantisme. Hij zat er op de banken samen met Hugo Verriest en Albrecht Rodenbach!
Door zijn gebrekkige kennis van het Nederlands kon hij zich moeilijk aanpassen en studeerde verder in het Bisschoppelijk College te Kortrijk. Na zijn humaniora behaalde hij in 1890 zijn doktersdiploma in Leuven. In deze periode begon zijn journalistieke carrière onder de schuilnaam Jean Suis.
Demade werkte in de universiteit veel samen met Prof. Kanunnik Carnoy (Biologie) en vernam op die manier heel wat over de inwendige keuken en over het reilen en zeilen van de eerbiedwaardige heren professoren. Hij publiceerde hierover enkele artikels in “Le Patriote”, de huidige Libre Belgique, onder de naam Jean Suis. Bij de lezers brachten zij hilariteit, doch in het professorenkorps veroorzaakten zij deining en ongerustheid. Vice-Rector Mgr. Cartuyvels ging er zich persoonlijk mee bemoeien en wou de identiteit weten van de olijke opsteller. De directeur van Le Patriote stuurde de eminentie wandelen en Demade ontsnapte aan eventuele tuchtmaatregelen en kon rustig verder werken aan zijn “Jean Suis-cursiefjes”.
Na zijn studies in Leuven volgde hij twee jaar opleiding in Parijs bij de bekende zenuwspecialist Dr. Charcot. Deze periode bracht hem ook in contact met de Franse literatuur en met de Franse auteurs. Na enige tijd studie bij Prof. Desplats in Rijsel vestigde Dr. Demade zich definitief te Brussel. Naast zijn dokterspraktijk was zijn passie literatuur. Als medewerker aan verschillende tijdschriften stichtte hij o.m. Le Drapeau, een literair tijdschrift dat vrij vlug verdween. In 1894 verscheen onder impuls van Demade en met de medewerking van o.m. Carton de Wiart, Henry Davignon, e.a.,het prestigieuze tijdschrift “Durendal, revue catholique d’art et de litterature”. Het was één van de meest gewaardeerde publicaties in die tijd en ze bleef overeind tot het begin van de eerste wereldoorlog. Als directeur werkte hij actief mee om dit blad een eigen vizie te geven, soms in tegenstrijd met duiding van andere literaire uitgaven. De redaktie ijverde om in de katholieke literatuur een minimum aan zedelijkheid te behouden zonder daarom de auteur aan banden te leggen. Demade meende dat de driften mochten beschreven worden op voorwaarde “de les purifier par Ie surnaturel”.
In 1991 begon hij aan een “éénmansuitgave” : Le jardin de la santé, revue familiere de medecine, hygiéne et alimentation.
Hij promootte hierin een gezonde levenswijze en een aantal middeltjes en methoden om kleine kwalen zelf te genezen. Zijn collega’s noemden hem smalend “un gate metier”, een stielbederver!
Het is aan te nemen dat de dokter het mondaine Brusselse milieu verliet en de rust en kalmte zocht in het landelijke Haaltert, waar hij rond de eeuwwisseling zijn “maison de cure” liet bouwen. Voor die periode verbleef hij reeds in de woning naast het rustoord. De dokter wijdde zich met hart en ziel aan zijn patiënten. Het opgelegde dieet en de behandelingen werden met zorg bestudeerd. Het is geweten dat hij veelvuldig experimenteerde met dieren.
Vrij vlug kreeg het Haaltertse rustoord een befaamde reputatie, zij het dan meestal in Franstalige kapitaalkrachtige kringen. Een bepaalde adellijke dame werd bij haar overlijden met volledig als rouwkapel ingerichte treinwagon naar Brussel vervoerd voor de begraving!
Dr. Demade had weinig of geen contact met de autochtone bevolking en weinig dorpelingen wisten iets meer over hem, laat staan over zijn literaire aktiviteiten. Eén van zijn vrienden schreef : “Il avait dirigé assez longtemps a Haaltert une maison de cure pour être blinde contre la sottise et la mesquinerie”. Wijst dit op bepaalde tegenkantingen in Haaltertse kringen ?
Dokter Demade had wel interesse voor onze streek en hij volgde waarschijnlijk de politieke strubbelingenmet argusogen. Toen de katholieke overheid de pesterijen tegenover Priester Daens begon, koos hij resoluut de zijde van Daens en kloeg de toestand aan in een scherp artikel, in het Brusselse blad “La justice sociale” van 22 december 1895.
Zijn verbondenheid met Daens en zijn partij lag deels bij zijn sympathie voor de in Luik nieuw gestichte partij “Le socialisme chrétien”. De Daensisten waren volgens hem de vertegenwoordigers van de partij in Vlaanderen. Daens sprak zelfs, ondanks verbod van de Bisschop van Luik, op een meeting te Verviers voor Le socialisme chrétien. Zijn artikel verscheen naar aanleiding van de weigering van het bestuur van de Godshuizen te Aalst om Priester Daens de mis te laten lezen in de kapel van het hospitaal. In scherpe bewoordingen bekritiseert hij de handelwijze o.m. “…dans un pays de foi, ils se trouvent des catholiques d’âme assez misérable pour barrer a un prètre Ie chemin de I’autel ! C’est une honte pour la Belgique !”
Hij gebruikt woorden als “tyranneaux” en “attitude afiayante de bêtise et de cynisme”. Het artikel kreeg een staartje. Het bestuur (P. Bethune, Callewaert, A. de Wolf, P. de Clippele en A. Mertens) voelde zich beledigd en er kwam een proces. Hun advocaat, volksvertegenwoordiger, Charles Woeste, won het pleit en Demade en zijn gezellen konden het gelag betalen. De dagbladen die het artikel publiceerden werden eveneens schuldig bevonden (Land van Aalst ; Klokke Roeland en het liberale blad Dendergalm).
Pol Demade was een gewetensvol geneesheer en een zeer bekwaam prozaïst. Rechtvaardigheid was voor hem geen ijdel begrip. Om het onrecht te bestrijden had hij een adekwaat wapen, nl. zijn scherpe pen ! Een tiental uitgaven, alle Franstalig, van hem zijn bekend waaronder “Carnet du bon Samaratain. Receuil de conseils pour les petites miséres de llExistence. Edition de la maison de cure de Haaltert”.
De oorlogsjaren bracht hij door in Nederland. Teruggekeerd in Brussel deed de arts het wat rustiger aan. Toch vond hij voldoende tijd en energie om naast zijn “Jardin de Ia santé” nog mee te werken met o.m. Pierre Nothomb, bij de oprichting van een nieuw literair tijdschrift “Jeunesse nouvelle”. Ook het rustoord kon of wou hij niet meer leiden en de instelling werd in 1921 verkocht aan de hospitaalzusters van Aalst (zusters Augustinessen). De laatste levensjaren verbleef hij op de Square Arnbiorix in de hoofdstad. Hij overleed, kinderloos, op 10 november 1936 en ligt begraven op het kerkhof te Elsene. Het huidige rustoord is nu van de VZW voorzieningen van Sint-Franciscus.

Bronnen : gegevens van wijlen Oscar Jooris

Kaft: Carnet du Bon Samaritain Dr. Pol Demade 1910 Edition de la Maison de Cure Haeltert
Kaft: Carnet du Bon Samaritain Dr. Pol Demade 1910 Edition de la Maison de Cure Haeltert

U kan het behandelingsboekje hier raadplegen